Helft van de pasgeboren meisjes wordt 100 jaar bron www.overgangskracht.nl |
Quest 1Trend en Tegentrend, mijn
Trend: Demografische ontwikkelingen en onderwijs.
Een trend in onderwijsland is binnen scholen
niet altijd in beeld. Om een trend in
beeld te krijgen moeten scholen kennis hebben of krijgen van trends.
Onderstaand beschrijf ik:
-
Een aantal trends binnen het
onderwijs aankomende jaren.
-
Mijn uitgekozen trend uitgebreid,
demografische ontwikkeling.
-
De gevolgen van deze trend.
-
Mijn persoonlijke visie op
doorontwikkeling van deze trend.
-
Onderbouwing voor
maatschappelijke verandering door deze trend.
-
2 drijvende krachten.
-
Literatuur.
De wereld wordt steeds kleiner, sneller bij
elkaar gebracht en dichter naar elkaar geleefd. Contacten zijn transparant en
snel gemaakt, de kwaliteit van deze contacten zijn niet gewaarborgd.
Communicatie zal een internationaal karakter moeten krijgen. Evenals vakken die
nu nog erg nationaal gericht zijn als geschiedenis en aardrijkskunde. Nieuwe
kennis kan sneller opgedaan worden via internationale contacten. Maar ook
stages kunnen makkelijker over de hele wereld uitgevoerd worden. Binnen scholen
is internationalisering in opkomst, steeds meer docenten gaan bij buitenlandse
scholen op bezoek evenals buitenlandse scholen naar Nederland.
Verschil tussen rijke en arme landen neemt toe, evenals nationaal het
verschil tussen rijke en arme mensen. Den Haag, 19 januari 2015. Als de
groeiende ongelijkheid geen halt wordt toegeroepen, is in 2016 het gezamenlijke
vermogen van de rijkste 1% groter dan het vermogen van de overige 99% van de
wereldbevolking. Deze waarschuwing geeft Oxfam Novib. Niet alleen financiële
ongelijkheid maar ook gekeken naar voedsel, onderwijs en gezondheidszorg is de ongelijkheid groot.
Duurzaamheid:
Duurzaam ondernemen, duurzame energie,
duurzaam bouwen, duurzaam onderwijs. Overconsumptie en daardoor overproductie
met bijbehorende problematiek voor grondstoffenverbruik en verontreiniging.
Nieuwe media:
Door alle technologische ontwikkeling is de
manier van kennis verwerven aan verandering onderhevig. Makkelijker om aan
kennis te komen, open source media. Community, forums en platforms
brengen mensen op makkelijke wijze bij elkaar om van elkaar te kunnen
leren.
Integratie:
Demografische
ontwikkeling:
Uit een rapport uit juni 2013 van BOAG geschreven door dhr.
J. Moerkerk blijken het volgende. Op dit moment heeft het PO te maken met
teruglopende leerlingenaantallen als gevolg van demografische ontwikkeling,
komende jaren heeft dit gevolg voor VO en MBO en HBO/WO. Naast teruglopende
leerlingaantallen komt er ook een verschuiving van MBO naar HBO en van VMBO
naar HAVO. Hierdoor lopen de aantallen bij vmbo
en mbo sterk terug en bij havo en hbo lopen de aantallen gering tot niet
terug. Er zijn ook regionaal grote verschillen in de
ontwikkeling van het aantal jongeren (10 t/m 24-jarigen). Zo loopt procentueel
gezien, het aantal in de provincies Limburg en Zeeland het sterkst terug, met
respectievelijk 24,1% en 14,5% in 2030 ten opzichte van 2012. De provincies
Utrecht en Flevoland zijn, met respectievelijk 2,9% en 8,5%, het sterkst
gegroeid in 2030. Daarnaast zijn ook binnen provincies, op gemeentelijk niveau,
de verschillen in de ontwikkeling van het aantal jongeren groot.
Naast de demografische ontwikkelingen kiezen steeds
meer leerlingen voor het havo/vwo in plaats van het vmbo. Jarenlang ging rond
de 60% van de basisschoolleerlingen naar het vmbo en zo’n 40% naar het havo of
vwo. Deze verhouding is nu 50/50 geworden (VO-raad, 2012). Het leerlingaantal
in de BB daalt meer dan het leerlingaantal in de KB en de daling voltrekt zich
in alle sectoren. In de periode 2000-2009 gaat het om een stijging van het
aantal havisten en vwo’ers met respectievelijk 27 en 28 procent en om een
daling van het aantal vmbo’ers met bijna 18 procent (OCW,
2011). Met de dalende
leerlingenaantallen wordt het steeds lastiger om vmbo-afdelingen open te
houden. Naast de specifieke problematiek in
het vmbo kunnen dalende leerlingaantallen ook gevolgen voor het aanbod van
vakken in de andere onderwijssoorten; krimp kan leiden tot
verschraling. Mede door de
bevoegdheden in vakken in het vo is het voor sommige tekortvakken in bepaalde
regio’s nu al moeilijk bepaalde vacatures vervuld te krijgen. Tot slot kunnen
teruglopende leerlingaantallen een risico vormen voor de kwaliteit van
afdelingen binnen scholen. Teruglopende leerlingaantallen kunnen leiden tot
druk op kwaliteit van het onderwijs, versmalling van opleidingsaanbod in
voortgezet onderwijs (en mbo) waardoor de aansluiting met de regionale
arbeidsvraag in gevaar komt (SER, 2011). Opvallend is dat een groot aantal zeer
zwakke scholen te vinden is in regio’s die nu al te maken hebben met dalende
leerlingaantallen(Onderwijsinspectie, 2012). Nu vrijwel alle vo-scholen te
maken zullen krijgen met krimp, vergt dit van bestuurders een andere manier van
denken. Na decennia van bevolkingstoename waarin bestuurlijke strategieën
vooral gericht waren op groei, moet nu worden nagedacht over strategieën om met
dalende leerlingenaantallen om te gaan (Raad voor het openbaar bestuur, 2008).
Krimp is onvermijdelijk. Dit betekent onder andere dat het niet meer loont om
vanuit concurrentie te denken, maar dat structurele oplossingen meer
samenwerking vereisen. De groei van de ene school gaat immers ten koste van de
andere en op de lange termijn biedt dit niet de maatschappelijk gewenste
oplossingen voor dalende leerlingenaantallen. Om te komen tot een
paradigmaverandering is het noodzakelijk dat de sector doordrongen is van de
onvermijdelijkheid van de krimp.
Gevolgen door demografische ontwikkelingen:
-
Meer oudere leraren
-
Meer éénouder
gezinnen
-
Meer
tweeverdieners
-
Kinderen: meer
overgewicht/minder bewegen, minder spelen, jonger roken, meer (game)verslavingen.
Persoonlijke visie op doorontwikkeling van demografische
ontwikkelingen:
-
Oudere leraren,
minder leerlingen, verschuiving van leerlingen dus verschuiving van oudere
leraren en gaten gericht vullen met (part-time) leraren uit bedrijfsleraren.
Heel gericht voorspellen waar de oude leraren de grootste problemen geven en
daar de oplossing zoeken in vervanging uit het bedrijfsleven.
-
Éénouder (bijna)
geen arbeidsparticipatie, tweeverdieners (bijna) dubbele arbeidsparticipatie.
De éénouder gezinnen de kinderen van tweeverdieners laten opvangen en daardoor
toch participeren in het arbeidsproces. Onderwijs moet communicatie naar ouders
meer digitaal voeren buiten schooltijden, en/of werktijden moeten verschuiven
naar structureel 1 avond werken / ochtend vrij.
-
Overgewicht /
bewegen van kinderen moet beter. 100% Scholen gezonde school. In samenwerking
met commerciële partijen moet/kan elke school gezond. Bewegen wordt steeds
minder door duurder (te duur) wordende sportclubs en meer digitale “sporten”.
Roken (en alcohol) zal afnemen door maatschappelijke klimaat en regelgeving
overheid.
Onderbouwing
voor de maatschappelijke veranderingen door demografische ontwikkelingen worden
onder andere door volgende bronnen als volgt beschreven:
-
Samenwerking
met andere scholen en mobiliteit waardoor er beter en sneller het teruglopend
leerlingaantal en vergrijzing van docenten kan worden opgelost. Strategisch
personeelsbeleid waardoor scholen tijdelijke benoemingen niet meer uitgeven en
meer gebruik maken van uitzendbureaus. Bevorderen van uitstroom ouder personeel
en behoud van jong personeel. De brede school verder uitbouwen waardoor
kinderopvang bevorderd wordt en flexibeler kan worden omgegaan met éénouder
gezinnen en tweeverdieners. De concurrentie aangaan waardoor scholen kwaliteit
van het onderwijs moeten verhogen en op kosten moeten gaan bezuinigen (sbo,
2010).
-
Bewustwording
neemt toe De discussies in de kring van ondernemers- en werknemersorganisaties
en hun achterbannen bij de voorbereiding van dit advies vormen een onderdeel
van het bewustwordingsproces in het bedrijfsleven. Bij sociale partners groeit
het besef dat structurele demografische veranderingen een grote invloed hebben
op de toekomstige vitaliteit van een regio. Die bewustwording wordt via diverse
kanalen gedeeld en gevoed: (regionale) ondernemersorganisaties, Kamers van
Koophandel, provinciale SER’en, brancheorganisaties en product- en
bedrijfschappen (SER, 2011).
-
Samenspel
van meerdere maatschappelijke stakeholders Voor de verdere stappen in het
transitieproces naar vitale krimpregio’s hebben alle betrokkenen een eigen
verantwoordelijkheid. Het is te gemakkelijk om alleen naar de overheid te
wijzen. De overheid moet weliswaar richting geven en randvoorwaarden scheppen,
maar uiteindelijk zijn het vooral bedrijven – ondernemers en werknemers –,
maatschappelijke organisaties en instellingen (waaronder woningcorporaties,
scholen en zorginstellingen), en burgers die in de praktijk van alledag vorm
geven aan een regionale duurzame ontwikkeling (SER, 2011).
-
Wat
staat er voor de overheid op de toekomstagenda? De SER vindt dat de provincies
een centrale rol moeten (gaan) spelen in het voorgestane transitiebeleid in de
huidige en toekomstige krimpgebieden. In de beleidsvoornemens van het
kabinet-Rutte krijgen de provincies kerntaken op het terrein van ruimte,
economie en natuur. Deze verantwoordelijkheden bieden een goed perspectief om
via provinciale en regionale structuurvisies de toekomstperspectieven in kaart
te brengen. Betrokkenheid van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke
instellingen en organisaties en burgers bij de totstandkoming van deze visies
moet zorgen voor commitment, onder meer in de vorm van samenwerkingsverbanden,
waaronder pps-constructies (SER, 2011).
2 drijvende kracht
benoemen, voor demografische ontwikkelingen:
-
Medische ontwikkelingen
-
Cultuurverandering, minder kinderen / meer economisch
Verkregen door onderstaande
ijsberg in te vullen.
Gebeurtenissen:
-
Mensen worden ouder, vergrijzing.
-
Minder jongeren die participeren in arbeidsproces.
Trend
-
Demografische ontwikkelen
Drijvende krachten:
-
Medische ontwikkelingen, meer mogelijk voor
gezondheid van mensen.
-
Afname gemiddelde kinderen per gezin, minder
gezinnen met kinderen.
-
Jongeren leren langer door, verplicht (onderwijs
minimaal tot 18 jaar) en door hoger niveau.
Ons
thema; Nieuwe Media.
Hierin zijn de
trends Globalisering en Nieuwe Media nauw bij betrokken. Wij achten deze beide
trends als de meest uitdagende om mee vooruit te kijken omdat ze beide
makkelijk de tegengestelde richting op kunnen gaan. Zo kan globalisering nog
groter worden en nog dichterbij en nog makkelijker communiceren over de hele
wereld, wanneer je globalisering betrekt op het onderwijs. Maar het kan evenwel
de andere kant op wanneer er grotere oorlogen uitbreken dan de huidige, of
landen blokkades gaan opwerpen om welke redenen dan ook. Dan kan het zo worden
dat globalisering afneemt, of maar richting een bepaald deel van de globe de
globalisering toeneemt. Nieuwe media is al niet meer weg te denken uit ons
huidige leven cq onderwijs maar waar het heen gaat in de komende 15 jaar is een
aardig vraagteken. Ook met deze trend kan het 2 uiterste heen gaan. De nieuwe
media kan verder uitgebreid worden met nieuwe data dragers waardoor alle
communicatie en lerende activiteiten sneller kan en meer plaats onafhankelijker.
Maar er kan ook een rem komen op de nieuwe media of deze kan stagneren. Door
financiële cq bezuinigingsmaatregelen kan binnen het onderwijs de nieuwe media
stagneren. Of door maatschappelijke belemmeringen kan dit het geval zijn.
Zodoende heeft onze groep dit uitdagende thema uitgekozen.
Literatuur:
OCW, 2012. Referentieraming.
OCW, 2011. Referentieraming.
SBO, 2010. Krimp als kans. Leerlingendaling in
het primair en voortgezet onderwijs. Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (2010), p. 17.
VO-raad, 2012. Vmbo-bestuursnotitie.
SER, 2011. Bevolkingskrimp benoemen
en benutten, SER-advies 2011.
Onderwijsinspectie,
2012. De lijst met zeer zwakke vo-scholen van 1 september 2012 van de
Onderwijsinspectie.
Raad openbaar bestuur en Raad
financiële verhoudingen, 2008. Bevolkingsdaling. Gevolgen voor bestuur en
financiën, advies Raad
voor het openbaar bestuur en Raad voor financiële verhoudingen.
Je hebt veel goede beleidsdocumenten gebruikt voor het beschrijven van je trend. Mooi! Voor mij waren het veel cijfers, dat had wat compacter gemogen. Ik miste de link met het onderwijs en jouw praktijk. Wat betekent deze ontwikkeling voor leven lang leren?
BeantwoordenVerwijderen